Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

 

Artikel 123
1
Bij de aanleg van een persoonslijst in een geval als bedoeld in het tweede lid van artikel 121, of een geval als bedoeld in het derde lid, onder a, van dat artikel, worden van de betrokkene ten minste de in artikel 34, eerste lid, bedoelde gegevens opgenomen, voor zover deze kunnen worden ontleend aan het persoonsregister.
2
Bij de aanleg van een persoonslijst in een geval als bedoeld in artikel 122, worden van de betrokkene ten minste de gegevens welke zijn opgenomen in de basisadministratie, op de persoonslijst opgenomen.
3
In afwijking van het eerste lid, behoeven de volgende gegevens niet te worden opgenomen:
a
de algemene gegevens over de kinderen die geboren zijn voor 1 januari 1966;
b
de datums, bedoeld in de volgende onderdelen van bijlage I:
1
het onderdeel 1, onder j;
2
de onderdelen 2 tot en met 4;
3
de onderdelen 7 en 10.
c
de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde bijzondere en administratieve gegevens.
4
In afwijking van het tweede lid, behoeft een in het derde lid bedoeld gegeven niet te worden opgenomen, tenzij het als persoonslijst aangemerkte geheel van gegevens met betrekking tot dit gegeven is gewijzigd. In dat geval dient bij de aanleg de wijziging te worden opgenomen.
5
De gegevens over het administratienummer van de betrokkene en de postcode worden bij de aanleg op de persoonslijst opgenomen.
6
De gegevens over het gezag dat over de minderjarige wordt uitgeoefend worden bij de aanleg op de persoonslijst opgenomen, voor zover zij ontleend kunnen worden aan het persoonsregister of aan een kennisgeving als bedoeld in artikel 52 van het Besluit bevolkingsboekhouding.
7
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de opneming van gegevens over het verblijfsrecht van de vreemdeling bij de aanleg van een persoonslijst. Deze regels kunnen afwijken van het bepaalde in deze afdeling.
8
De gegevens over het sociaal-fiscaal nummer worden opgenomen overeenkomstig een regeling van Onze Minister.
9
Het gemeentebestuur is bevoegd bij de aanleg van een persoonslijst de gegevens over het gebruik door de ingeschrevene van de geslachtsnaam van de echtgenoot, de eerdere echtgenoot, de geregistreerde partner of de eerdere geregistreerde partner op te nemen overeenkomstig de in de gemeente gebruikelijke wijze van aanschrijven van de betrokkenen.
10
Het gemeentebestuur is bevoegd bij de aanleg van een persoonslijst naast de gegevens die ingevolge het eerste tot en met het zevende lid worden opgenomen, oudere gegevens op te nemen, voor zover het gegevens zijn als bedoeld in artikel 34 en mits het betreft:
a
gegevens die aan enig persoonsregister kunnen worden ontleend;
b
gegevens over het administratienummer van de betrokkene of de postcode;
c
gegevens over het gezag dat over de minderjarige wordt uitgeoefend, die ontleend kunnen worden aan enig persoonsregister of aan enige kennisgeving als bedoeld in artikel 52 van het Besluit bevolkingsboekhouding.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •